Recensie

Slapend rijk. SKAGEN en windmolens zaaien verwarring

De spelers van het collectief SKAGEN zaten met zijn zessen in de klas van Dora Van der Groen in Antwerpen en in 2000 studeerden ze ook samen af. Sindsdien maken ze voorstellingen vanuit onderlinge akkoorden, speldiscussies wat de vorm betreft, op het snijpunt van actualiteit, symboliek en beschouwing wat de inhoud betreft. Beklijvende prestaties uit recente jaren zijn onder meer Berlin Alexanderplatz (2011), CCC de vette jaren zijn voorbij (2013), DeKleineOorlog (Valentijn Dhaenens, 2014).

Slapend rijk - © Wendy Marijnissen
Slapend rijk – © Wendy Marijnissen

Voor Slapend rijk, hun jongste productie, vertrokken ze vanuit de problematiek die het inplanten van een windmolenpark oproept. Er is niet enkel het mogelijke protest van omwonenden, al dan niet gesteund door actiegroepen of politici, er is ook de onvoorwaardelijke hoop op winst van de kapitaalkrachtige bezitter en/of geldschieters. Al vlug komt men terecht in de sector van geld en macht, van burger en overheid, van rijk en minder rijk, van gezag en onderdaan, maar ook van onrust en ruzie, van jaloezie en wraak. Kortom, achter de slagzin: ‘als je windmolens op je grond hebt, word je slapend rijk,’ zit heel wat kommer en kwel verborgen.

Slapend rijk - © Wendy Marijnissen
Slapend rijk – © Wendy Marijnissen

De voorstelling is gebaseerd op Unterleuten, de zevende roman van Juli Zeh (°Bonn, 1974), uit het Duits vertaald door Annemarie Vlaming als Ons soort mensen (Ambo Anthos). Het boek werd in Duitsland als een bestseller onthaald, wellicht ook omdat de schrijfster een plaatselijke problematiek suggereert: de mogelijke wrijvingen in het vroegere Oost-Duitse dorpje tussen oudere generaties en hedendaagse inwoners.

Voor SKAGEN een gelegenheid om het anekdotische te overstijgen en er een nog meer actuele versie van te maken, met alle risico’s van dien. Het komt wel meer voor dat literatuur in een theatrale vorm wordt opgediend waarbij de verbeelding en vooral de speeldrift van de makers niet altijd in toom wordt gehouden.

De idee windmolens in een dorp in te planten verwijst vanzelfsprekend naar de legendarische Don Quichotte, die nu echter eigen windmolens bouwt in plaats van er tegen te vechten. Maar, wie wind zaait, zal storm oogsten. De veranderingen die bouwplannen in een dorp teweegbrengen, brengen meteen ook verwarring teweeg. Er ontstaat een wirwar van gedachten, uitspraken en daden. SKAGEN werkt een zekere verwarring in de hand door onder meer met zijn zessen (Valentijn Dhaenens, Clara van den Broek, Korneel Hamers, Matthijs F Scheepers, Lois Brochez, Marjan De Schutter) via kledij-wisseling meer personages te creëren, waardoor de veelheid aan gebeurtenissen, tegenstellingen en verklaringen, meer schaadt dan verheldert.

In dit overdadig doen, af en toe in overacting, is een cynische ondertoon behouden en slaagt SKAGEN er ook in het cynisme en het hilarische te temperen. Maar in de veelheid aan vertel- en spelmateriaal blijft de bedoelde kritiek op een hedendaags kapitalistisch egoïsme, waar het in feite om gaat, in het midden.

info: www.skagen.be