Recensie

NTGent: De Kersentuin. Verbaal vechten tegen een muur.

De Kersentuin - © Phile Deprez
De Kersentuin – © Phile Deprez

Hun namen klinken nog wel Russisch, maar de personages in De Kersentuin van Anton Tsjechov (1860-1904) zijn, in de optiek van regisseur Johan Simons en de vertolking van de NTGent-cast, mensen zoals wij in een wereld van ‘verwarring over het verschil tussen zelfgekozen onthechting en noodgedwongen ontworteling’ zoals dramaturg Koen Haagdorens het samenvat in de programmatoelichting, waarmee meteen het onvermogen van de hedendaagse mens wordt gesuggereerd in zijn angst voor een drastische verandering (een revolutie of een evolutie?) die hij verbergt in eenzaamheid of in het elkaar achternalopen in een verbaal gevecht tegen muren.

Het landhuis en de mooie kersenboomgaard van de ooit welstellende eigenares, Ljoebov Andrejevna (Elsie de Brauw) zullen worden verkocht. Na een verblijf van zes jaar in Parijs komt de dame terug naar haar landgoed in Rusland. Ze is destijds naar Parijs gevlucht omdat het noodlot haar niet spaarde. Eerst verloor ze haar man die verslaafd was aan alcohol, daarna verdronk haar zoontje in de rivier nabij het huis. Berooid keert ze terug, want in Parijs heeft ze haar vermogen met een lepe minnaar opgesoupeerd. Afscheid nemen van het huis en de tuin die zoveel herinneringen uit goede en kwade dagen oproepen, valt Ljoebov Andrejevna dan ook zwaar, vooral omdat de toekomst van haarzelf, familie, personeel,  kennissen én het landgoed onzeker is.

Met dit stuk viseerde Anton Tsjechov desdtijds in de eerste plaats de Russische landadel die onverschillig was tegenover de opkomst van een jonge en ondernemende middenklasse en de kapitalistische doctrine ‘dat met geld alles te koop is‘, zoals opkoper Lopachin (Pierre Bokma) duidelijk laat verstaan. Meteen gaf Tsjechov uiting aan het gevoel dat er meer en ook een andere maatschappelijke verandering op komst was. Een jaar na zijn overlijden brak inderdaad een opstand los van een aantal revolutionaire bewegingen, echter zonder onmiddellijk resultaat. In de ‘eeuwige’ student Pjotr Trofimov (Benny Claessens) symboliseert Tsjechov tenslotte in dit stuk de enige die progressief denkt en mede de veranderingen aanvoelt.

In zijn regie legt Johan Simons nadruk op de eenzaamheid van de mensen die elk op hun manier met  Ljoebov  Andrejevna en

De Kersentuin - © Phile Deprez
De Kersentuin – © Phile Deprez

met elkaar te doen hebben. Hij zet de spelers op één rij, op een smalle doorgang waar planken van uiteengenomen meubels tegen de muur staan, deels hinderlijk, deels als klankbord voor het voortdurende verbale gevecht dat de personages met hun gevoelens en met deze van de huisgenoten voeren. Deze opstelling van de cast komt eerst over als een ironische verwijzing naar een defilé op een catwalk, maar de symboliek krijgt algauw een andere toon en het tonen van gevoelens wordt sterker maar blijft nog altijd ingesnoerd. Niet de tekst maar de ingehouden houding van bepaalde personages is bepalend voor de summiere handeling. In die opstelling wordt duidelijk dat ze naast elkaar leven en eigenlijk in onzekerheid en onmacht achter elkaar aanlopen en tegen een muur op. Pierre Bokma als de opkoper doorbreekt de teruggetrokken situatie. Hij verheft zijn stem, schept een koopmanssfeer. Hij trekt planken weg, maakt een raam vrij en toont het zwarte gat waarin de boomgaard, hun tuin, hun wereld, hun Rusland, eigenlijk heel de wereld geworden is, zoals Benny Claessens droogjes opmerkt.

Het drastisch inkorten van Tsjechovs oorspronkelijke tekst van vier naar twee bedrijven scherpt de aandacht op de gevoeligheid van de personages aan, maar leidt tegelijk naar een herhaling, zij het met andere woorden of houdingen. Wat na de pauze komt, brengt niet nieuws meer. Wat te verwachten was, gebeurt. De repetitieve opbouw, die typisch is voor al de stukken van Tsjechov, noopt de hedendaagse theatermakers tot steeds meer ingrepen en vooral interpretaties. De Kersentuin van NTGent had er bij gewonnen indien er geopteerd werd voor een voorstelling zonder pauze, zonder daarom de kern van het stuk te moeten verraden.

Deze NTGent-productie brengt meteen De Kersentuin van STAN van enkele tijd geleden (zie theatermaggezien van 10 juni 2015), in herinnering. Opmerkelijk in deze voorstelling is de uitbundigheid waarmee de inhoud gepresenteerd wordt en het zoeken naar een nauwer contact met het publiek. Er wordt ook geopteerd voor decorveranderingen, niet zonder een symbolische betekenis, maar wel met het risico van een slapte in het verloop van het spel. Wellicht komt STAN nog met deze productie terug en wie De Kersentuin van het NTGent zag, mag niet nalaten ook deze van STAN te gaan zien. De Franse versie (La Cerisaie), ging in september in Toulouse in première. De Engelse versie (The Cherry Orchard) speelde STAN in oktober op het festival van Dublin, en in 2016 reist ze alvast in Portugal.

Het vergelijken van voorstellingen zou wel meer mogen gebeuren. Misschien iets voor de publiekswerking, waar onder meer ook NTGent mee bezig is?

 

Info: www.ntgent.be of  www.stan.be