Recensie

Pas op voor het hondje! Cave Canem van Brandung of het misleidend kneden van een jonge Woyzeck.

Cave Canem - © Saskia Tilanus
Cave Canem – © Saskia Tilanus

Met Woyzeck, een onvoltooid gebleven werk van George Büchner (1813-1837) kan men vele kanten op. Dat gebeurt dan ook ieder jaar opnieuw en de bewerkingen, aanpassingen, interpretaties zijn niet te tellen. Voor Brandung, een jonge spelersgroep in Oostende, professioneel begeleid, is de uitgebuite soldaat Franz Woyzeck in Cave Canem gewoon een stadsjongen en zijn de vele maatschappijkritische elementen die Büchner nodig had, samengebracht in één enkel actueel thema: prestatiedwang en de daartoe gebruikte manipulatie.

Door ouders en andere gezagsdragers wordt er op aangedrongen dat jongeren een plaats moeten veroveren in de maatschappij. Dat ze als een ster moeten blinken aan het firmament van een wereld die enkel oog heeft voor de slimste, de mooiste, de sterkste, de eerste, de dominerende. The sky’s the limit. Het klinkt wellicht idealistisch maar het blijkt algauw een misleidende slogan, alleen al omdat de kansen en de middelen om het tot iets te brengen niet altijd even ideaal zijn, noch voor iedereen gelijk.

Cave Canem - © Saskia Tilanus
Cave Canem – © Saskia Tilanus

Philippe Annaert en Jelle Marteel, die deze productie leiden, gebruiken de turnzaal van een school als speelruimte en geven meteen een duidelijk signaal. Dit wordt hier een sportcircuit of op zijn minst een training. Vertrokken wordt van een korte doodse stilte waarna een geblinddoekte tiener, (een hedendaagse Woyzeck?), als het ware ontwaakt en zich afvraagt wat hem te wachten staat. Hij wordt al onmiddellijk verwelkomd door een jong hondje, op een fantastische manier vertolkt door een van de kleine spelers. Dit symbolisch personage is in het vervreemdend spel de rode draad, die de spelfragmenten verbindt en zelfs als DJ optreedt. Als troeteldier is het vooral de pijnstiller voor verschillende personages.

Het sportcircuit is er niet om eens sportief te oefenen, maar wordt stilaan een dwangcircuit. Een zogezegde trainer komt de gedweeë Woyzeck uit zijn zachtaardigheid halen en wil hem onder geweld doen presteren. Een paar keer verschijnt het woord MANIPULATIE op een schermpje maar je kan er evengoed INDOCTRINATIE onder verstaan.

Cave Canem - © Saskia Tilanus
Cave Canem – © Saskia Tilanus

De pijnlijke situatie wordt doorkruist door een aantal verwijzingen naar show en glitter. Twee meisjes komen als porseleinen prinsesjes, zo van een lekkere taart geplukt, hun overwinning in een kindershow vieren. Er is ook nog even tijd voor prille liefde. Woyzeck heeft een lief vrouwtje en ze krijgen een even lief dochtertje. Maar liefde blijkt een broos begrip. Ondertussen door moet Woyzeck aan presteren denken en als het wat minder gaat, komt een sportdokter en geeft een schattig verpleegstertje het ‘nodige’ spuitje. Stilaan maakt (zoals ook in de oorspronkelijke tekst van Büchner) waanzin zich meester van Woyzeck en zal hij een misdaad begaan.

De Duitse auteur Georg Büchner was benevens op het literaire vlak ook op politiek en wetenschappelijk gebied actief. Hij studeerde geneeskunde en promoveerde in 1836 in Zürich op een studie over het zenuwstelsel van de barbeel, een karperachtige vis. Maar de mens in zijn maatschappelijke context lag hem evenzeer aan het hart. Vooral dan de mens in een wereld vol tegenstellingen en ongelijkheid. Met vrienden richtte hij een mensenrechtenvereniging op, wat hem in Giessen niet in dank werd afgenomen. Voor hem was Franz Woyzeck niet slechts een slachtoffer van de pesterijen van zijn oversten, maar tegelijk een proefdier voor experimenten van hun trawanten.

Daarop doordenkend, is het duidelijk dat heel wat elementen uit Büchners werk nog altijd verwijzen naar het hedendaagse maatschappelijk leven. Annaert en Marteel hebben de durf in Cave Canem de aankomende jeugd met enkele zeer herkenbare situaties te confronteren. Daarenboven zijn de zeer jonge meisjes en jongens er zelf de enige vertolkers van. Van wat je educatief theater zou kunnen noemen, wordt hier duidelijk getoond hoe kunstzinnige speelsheid, nadenken en aanvoelen, creëren en communiceren, theater wordt voor iedereen.

Cave Canem is een wervelende show, met de nodige dubbele bodems, met weinig woorden en met muziek (soms te luid en daardoor vervormd) over de dubieuze kneedbaarheid van jongeren in functie van succes. Dat het een beeldende voorstelling werd, verwondert niet, als men weet dat Annaert en Marteel verleden seizoen ook Boomjong (zie theatermaggezien, 9.10.2013) maakten, een fantasierijke figurentheaterproductie die ze zelf speelden voor een zeer jong publiek, en die tot in Nederland fel gesmaakt wordt. In Cave Canem laten ze nu zeer jonge spelers zelf aan het werk. Dat ze dat op Theater aan Zee (Oostende) in première konden brengen, zegt ook veel.

Info: www.brandung.be