Recensie

Liefde op het eerste gezicht

In Antwerpen werd het minifestival LAFS#5 (Love at first Sight) georganiseerd, gespreid over twee weekends (17 tot 26 september 2020). Tien Antwerpse partners, met name De Studio, Kultuurfaktorij Monty, de theatermaker, Troubleyn, Zuidpool, hetpaleis, kava, wp Zimmer, deSingel en Toneelhuis, stelden een programma samen met producties van interessante ‘nieuwe theatermakers’. Geen ‘beste’ of ‘meest belangwekkende’ producties, maar wel, volgens de organisatoren ‘een reeks projecten die ons hart sneller doen slaan’. En verder heette het ‘Samen schilderen deze producties het klimaat waarin makers van hier en nu zich bewegen, en spannend, poëtisch en confronterend werk maken’.

Dat er, na de lange lockdown wegens Convid-19, opnieuw theatervoorstellingen mochten doorgaan, zij het onder zeer strikte veiligheidsvoorwaarden, had me ten zeerste verblijd. Maar bij mijn eerste reservatie van een LAFS-productie kreeg ik niet alleen het bericht dat ik welkom was, maar ook de onheilspellende melding: ‘Personen uit een risicogroep, bezoeken de voorstelling op eigen verantwoordelijkheid’. In een flits zag ik de oppermachtige Zeus met iets als een bliksem in de hand,  dreigend mijn kant uitkijken. Volgens mijn leeftijd behoor ik inderdaad tot een excellente risicogroep. Daarom wou ik mijn theaterbezoeken voorzichtigheidshalve toch beperkt houden tot één voorstelling per week (kwestie van de C-19-goden niet al te zeer te vergrammen). Ik heb dus veiligheidshalve slechts twee voorstellingen van de LAFS-reeks bijgewoond, de eerste op 19 en de andere op 24 september.

Theater van ‘Wang’, met als titel ‘X’.  

X - © Stef Depover
X – © Stef Depover

Het is niet bepaald gezellig met een mondmasker Theater Zuidpool te benaderen, de handen met gel in onschuld te wassen (asperges me, domine), met de nodige afstand een smalle gang door (eigenlijk een nooduitgang die voor de gelegenheid dienst doet als noodingang), de zaal binnen te treden langs de speelruimte, waar al twee jonge dames ijverig enkele danspasjes inoefenen; na wat zoeken in een verduisterde publieksruimte je zitplaats te vinden (waar zowel er voor als er achter, links en rechts, een lege plek blijft) in een zaal die officieel is uitverkocht, maar toch, ruw geschat, zowat twee derden lege plaatsen telt.

X - © Stef Depover
X – © Stef Depover

Ik ben een kwartier eerder binnengestapt. De voorstelling ‘X’ met Sacha Bornkamp en Juicy Dune IJsselmuiden begon stipt om vijf over acht, ik had dus ruim de tijd om de danspasjes te analyseren. Al vlug ontdekte ik dat het hoofdstramien uit zeven passen plus één zwevende bestaat, dus telkens acht tellen. De actrices maken hun pasjes naast elkaar, voor elkaar, rond elkaar, met erg eenvoudige of minder eenvoudige figuren. Ze maken af en toe een onopzettelijke of opzettelijke fout, corrigeren zichzelf of elkaar, lijken te stoppen maar gaan toch weer verder door met ritmisch getrippel. Het doet me een beetje denken aan Rosas danst Rosas, maar dan wel van ver. Het zijn eenvoudige pasjes, een beetje K3 misschien, maar zeker niet kinderachtig. Het heeft veeleer iets aandoenlijks. Bedoeld voor een jong én een volwassen publiek. 

Net wanneer ik het gevoel krijg dat het nu wel echt mag beginnen, begint het. De actrices vertellen dat ze geselecteerd werden om deel te nemen aan een festival. Ze moesten optreden in een zaal of een loods naast een restaurant. Ze waren ruim op tijd maar wilden eerst even het toilet bezoeken, kwestie niet tijdens de voorstelling in een vervelende situatie terecht te komen. Dus vlug even langs de achterdeur naar buiten. Maar bij hun terugkeer merkten ze dat deze in het slot was gevallen en dat ze de toegangscode niet kenden. Paniek, want binnen weinige minuten zou hun voorstelling een aanvang moeten nemen. Gelukkig kwam daar de dame die de plaatsen moest aanwijzen even kijken waar ze bleven en liet ze hen binnen. Maar dan merkten ze tot hun ontzetting dat de zaal leeg was. (De nachtmerrie van alles toneelspelers: een lege zaal!) Ze kunnen dus niet optreden. Want er bestaat een ongeschreven wet in het theater, dat je nooit een voorstelling speelt met minder personen op de scène dan er toeschouwers in de zaal zitten. Maar wacht even: kan de dame die de plaatsen aanwijst niet als toeschouwer fungeren? Ze heeft de voorstelling nog niet gezien, dus kan ze als ‘publiek’ beschouwd worden, toch? En als er dan toevallig een laatkomer aan de deur zou staan die niet durft binnen te komen, zijn we dan niet….

Het verhaal doet me inhoudelijk, weerom van ver, denken aan Wachten op Godot. De woordspelletjes waarmee het verhaal doorspekt wordt, zouden zo uit de mond van Vladimir en Estragon kunnen komen. Ik krijg eveneens een spontane associatie, weerom van ver, met Paul van Ostaijen: aan de twee heren met hoge hoeden, die dalen en klimmen en die halt houden vlak aan de winkel van Hinderickx en Winderickx, de beroemde hoedenmakers, weet je wel. De overpeinzingen van de twee jonge dames over de appel en de boom (wat is er het belangrijkst: de boom of de appel ? En bovendien: wat is precies de functie van het steeltje en wie laat uiteindelijk wie los?) zijn varianten op de bekende vraag: wie of wat was er eerst: de kip of het ei? Het appelverhaal is daarenboven voor de beide actrices aanleiding tot het tonen van hun technische en ritmische beheersing van de taal. Tenslotte laten ze de voorstelling rustig uitbollen met wat aangenaam gefilosofeer over het ‘ik’ en het ‘wij’.

De twee actrices die zich samen als het gezelschap Wang presenteren, zijn nog jong en nieuw, maar toch geen beginnelingen in het vak. Ze leerden mekaar kennen tijdens hun opleiding dramatische kunst aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en ze zijn beide afkomstig uit Nederland. Sacha Bornkamp behaalde in 2017 haar master in de kleinkunst; Juicy Dune IJsselmuiden haar master  woordkunst in 2018. Ze deden links en recht al behoorlijk wat podiumervaring op en maakten samen de productie ‘+’ (plus). Met de naar hier verwezen ‘X’ bevestigen ze hun onmiskenbaar talent.

are you close

are you close - © Zuidpool
are you close – © Zuidpool

Theater Zuidpool creëert eigen producties maar maakt zich ook verdienstelijk door jonge artiesten en -gezelschappen te steunen in het ontwikkelen van hun werk en om aan het eind van hun residentieperiode bij Zuidpool het resultaat (of een eerste ‘versie’) van hun werk aan een publiek te tonen. Na de voorstelling van ‘X’ door de twee jonge vrouwen zag ik, eveneens in Theater Zuidpool, de voorstelling ‘are you close’ door twee jonge mannen: Tim Taveirne en Martijn Gielen, helemaal anders van onderwerp, maar op een totaal andere manier beslist even boeiend.

Tim Taveirne is acteur en schrijver. Hij studeerde aan de drama-opleiding van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, waar hij in 2017 afstudeerde met de voorstelling ‘Stil(!)’ die geselecteerd werd voor de festivals ‘Love at first Sight’ en ‘Theater aan Zee’. Martijn Gielen is speler en maker. Hij studeerde theaterwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen, volgde eveneens de drama-opleiding van het KASK in Gent en studeerde dit jaar af met de productie ‘are you close’, die meteen werd geselecteerd voor het festival ‘Love at first Sight’.

De titel ‘are you close’ verraadt de dualiteit van het werkstuk. Er staat geen vraagteken achter de titel en de betekenis ervan is variabel en in ruime mate afhankelijk van de gebruikte intonatie. ‘To be close’ kan zowel betekenen ‘samen zijn’ als ‘er bijna zijn’ (maar toch niet helemaal). Op regelmatig-onregelmatige tijdstippen worden er tijdens de voorstelling korte zinnen op een scherm geprojecteerd die elkaar kunnen verduidelijken, aanvullen of tegenspreken. Zoals ’there is no anger’ en ’there is no fear in this place’. Of nog: ’there is no falling in love in this place – there is no falling out of love either’. Behalve ergens een vierkant tafeltje en een stoel, is er geen decor.

are you close - © Zuidpool
are you close – © Zuidpool

Een voorstelling met twee personages: een jongeman én een jongeman, lijkt mij ook het verhaal te zijn over het maken van de voorstelling. Ergens in de voorstelling schrijft de ene jongeman aan de andere: ‘Ik wil graag een voorstelling met je maken’. Waarop de andere antwoordt: ‘Ik wil graag een voorstelling met je maken’.

Deze voorstelling, die zowel dans als toneel kan worden genoemd of die gecatalogeerd kan worden als danstheater of theater-met-dans (ach, what’s in a name?) is een voortdurende herhaling van het aangetrokken worden tot elkaar en het elkaar weer afstoten. Met veel saamhorigheid, tederheid en intimiteit, maar ook met veel misvattingen, conflicten en agressie. Waarbij de passen, houdingen, handelingen en gebaren die in het begin werden getoond, aan het einde ook terugkomen. Maar dan iets moeizamer, minder accuraat, en met haperingen. Alles komt terug, maar niets is hetzelfde.

Een bijzonder boeiende voorstelling, maar die je niet blij maakt. En ook niet treurig. Want er is een ‘open einde’, dat de toeschouwer zelf moet of mag of kan invullen. Met zijn/haar eigen geaardheid, eigen ervaring en met de heel eigen stemming-van-het-ogenblik.

Info: www.zuidpool.be