Recensie

Het eind van het begin van het einde

Het Eind van het begin van het einde is de eerste grote theaterproductie van hetpaleis, na de recente lockdown wegens de corona-crisis en de daaropvolgende beperkende maatregelen die een heropening van de theaters verhinderde. Dit Eind van het begin… komt uit het creatieve brein van Jetse Batelaan (auteur en regisseur), die sinds 2013 artistiek leider is van Theater Artemis in Den Bosch (NL), én uit de creatieve ingesteldheid van heel de ploeg. Batelaan, die zijn opleiding kreeg aan de Amsterdamse Theaterschool (Hogeschool voor de Kunsten) heeft overigens al een hele serie prijzen en onderscheidingen gekregen in binnen- en buitenland. Mede dank zij het groepswerk.

Wanneer je de zaal van hetpaleis bubbel na bubbel bent binnengeloodst en de voorstelling kan beginnen, komt directeur Els De Bodt op de scène om het jonge en minder jonge publiek hartelijk welkom heten, na die lange afwezigheid. Ze meldt verder dat er toch ook een positief kantje aan de gedwongen sluitingsperiode zit: de grote zaal werd grondig opgefrist, met onder meer een nieuwe vloerbekleding en nieuwe comfortabele zetels.

Wanneer het licht in de zaal uit- en op de speelruimte aangaat, zie je een grote ruimte die leeg is. Op een paar kleine dingen na, zoals een vuilnisbak, een hoopje zand in het midden van de vloer, een klapstoeltje… In de grote wand achteraan zijn er twee deuren, een schakelbord, een bezem tegen de wand. Het lijkt wel een podium van een theater. (Dus: een theaterpodium op het podium van het theater van hetpaleis…) Er komt iemand op, die achteruit naar een bezem toeloopt, en dan weer mét de bezem achteruit beent naar het hoopje zand toe. In plaats van het zand op te scheppen (wat je verwacht) wordt het zorgvuldig uiteen geveegd over de vloer. Een gek gezicht, dat het jonge publiek aan het lachen brengt, en zo te horen ook het volwassen gedeelte ervan.

Spoedig heb je door dat in deze voorstelling alles in omgekeerde volgorde wordt gespeeld, alsof alle beelden worden teruggespoeld. Niet van het heden naar het verleden (enkele malen wordt het jaar 2365 vermeld) maar van een verre toekomst naar een minder verre. En zo gaat de hele voorstelling achterwaarts vooruit. Er komen (achterwaarts) een vrouw en een man op, met een soort makelaar die hen blijkbaar rondleidt (of rondgeleid heeft) in het gebouw, maar die wel wat onhandig is. Hij is ook niet goed op de hoogte over wat de functie was van het gebouw. Het moet gediend hebben als een zaal, waarin dingen werden getoond die niet echt waren. Door mensen die helemaal niet waren wie ze waren, en maar deden alsof ze iemand anders waren. Het verhaal van de mensen die de site komen bezoeken wordt afgewisseld met de drukke bedoening van theatertechnici die een decor afbreken en een ander opbouwen (of was het opbouwen en een ander afbreken?).

het eind van het begin van het eind - © Kurt Van der Elst
het eind van het begin van het eind – © Kurt Van der Elst

De zevenkoppige kleurrijke en voldoende diverse Nederlands-Vlaamse acteursploeg speelt met een opvallend vakmanschap, met volle overgave en met de nodige dosis ernst, de hilarische en toch wel ingewikkelde slapstick-taferelen. Iedereen laveert handig tussen zwiepende stangen met flarden van decordoeken, loopt gezwind achterwaarts van hot naar her, zonder te botsen. De spelers bezorgen het jonge en volwassen publiek een verrassende voorstelling van een uur en drie kwartier, die geen ogenblik verveelt. Een voorstelling waarin toch terloops een aantal vragen worden opgeroepen, zoals: Waar zijn we nu? Aan het eind van de toekomst van het theater? Of aan het eind van het begin van het einde, dus aan het ultieme einde van het theater? Is dit het einde van de kracht der verbeelding? (Het wordt niet gezegd of nadrukkelijk gesuggereerd, maar automatisch denk je aan de decimering van de subsidies voor de cultuursector, en aan de kracht van een ongenadig virus.) Is er nog een verhaal te redden? Is er nog een weg terug?

Aan het eind van de voorstelling wordt een nieuwe achtergrond van het decor opgebouwd. Vòòr de bestaande achterwand komt er een andere wand, die de toeschouwers een beeld geeft van een vervallen, oud, vuil, en in onbruik geraakt theatergebouw. Tenslotte komen de zeven spelers als zeven personages uit diverse strip- en andere verhalen, die allen het product zijn van de rijke verbeeldingskracht van hun scheppers, het podium op. In versleten kostuums of als beschadigde afbeeldingen groeten ze het publiek, met een bloemenruiker in de hand. Waarop directeur Els De Bodt achterwaarts de scène opkomt, en zich keurig aan de regels van deze grandioze voorstelling houdt, door de ruikers één voor één weer af te pakken.

Het jonge én het volwassen publiek dankte de spelers en de technici met een uitbundige lach, en met een minutenlange staande ovatie.

Productie van: hetpaleis (Antwerpen), Theater Artemis (Den Bosch, NL), Het Zuidelijk Toneel (Eindhoven, NL) en van de auteur-regisseur Jetse Batelaan, die sinds 2013 artistiek leider is van Theater Artemis.
Op de website van hetpaleis vind je info over de verdere voorstellingen, en over hoe je filmpjes kan maken over ‘in achteruit’ wandelen, fietsen, etc.