Recensie

Tocht. Samen niet meer bang

Tocht
Tocht

Iedereen, van klein tot groot, heeft wel eens schrik van iets of iemand. Er bestaat zoiets als een oer-angst, iets dat we bij de geboorte meekrijgen. Therapeuten, psychiaters, cultuurfilosofen en kunstenaars zijn er mee bezig en zoeken hoe een mens weerbaar te maken en de schade te beperken. Duisternis en dood, blijken de grootste bangmakers. Theatermaker Pepijn Lievens, die de tekst schreef van Tocht, en zijn groep De Bende van de Prins, schrikken er niet voor terug schrik en angst op de planken te brengen voor een publiek vanaf de leeftijd van tien jaar. Daarenboven is Tocht ook nog een moordverhaal.

Lievens en zijn medewerkers gaan er van uit dat schrik niet altijd een rem is, maar ook een motor kan zijn en ze weten ook dat zelfs zeer jonge mensen oplossing gericht zijn en vlugger dan volwassenen iets vinden om een trauma te verwerken. In Tocht gaat het over een halfbroer en een halfzus die hun ouders vermoord aantreffen. Het meisje en de jongen paniekeren niet, maar slaan kordaat de handen in elkaar om samen naar een oplossing te zoeken en wie weet, de moordenaar te ontmaskeren. Tocht is een zoektocht van twee jongeren, niet alleen naar een moordenaar, maar ook naar zichzelf en naar onvoorwaardelijke samenwerking in een aantal benauwende situaties. Voor regisseur Walter Janssens en Sofie Palmers en Wouter Bruneel, de spelers, is het meteen een uittesten hoe ze een publiek op een speelse, vernuftige en spirituele manier kunnen meevoeren in een spel dat eigenlijk over ernstige situaties en gevoelens gaat.

Voor Tocht kreeg Pepijn Lievens (1972) de Prijs voor de Letterkunde 2011 van de Provincie Oost-Vlaanderen. Lievens is niet aan zijn proefstuk. Hij schreef en speelde monologen, publiceerde een auto-biologisch verhaal en een roman en schreef ook de stukken Averechts en Donderdag die door De Bende van de Prins werden gecreëerd. Tocht schreef hij in opdracht van 4Hoog, een collectief dat een mix van theaterdisciplines zelfs voor zeer jonge kinderen brengt en Tocht met succes in 2010 creëerde. 0ok de actuele en zeer directe regie van Walter Janssens voor de Bende van de Prins, doet niets af van de verrassende fantasie die de schrijver er in legt. Sofie Palmers (ook te zien in Petrus en de Dooden Draad bij Het Gevolg) en Wouter Bruneel, een vaste waarde bij De Bende.., krijgen en benutten alle kansen om de zeer gevarieerde opdracht op een originele beeldrijke manier te realiseren. Benevens hun reacties op schrikwekkende geluiden, plots gebonk of kabaal, zijn er ook de verschillende ongewone personages die de twee spelers voor hun rekening nemen: een sprekende haas, een snotterende man die het verdriet van heel de wereld op zich neemt, een blinde ziener, een bosnimf, en dan op de koop toe het mensen verslindende monster, de minotaurus.

Daarmee zijn we in de Griekse mythologie beland en weten we waarom het meisje Ariadne en de jongen Theseus heten. De schrijver is zo olijk langs de weg van het parodiëren van de herkenbare grote en kleinere angsten uiteindelijk naar het klassieke verhaal van ‘de draad van Ariadne’ te verwijzen en daarmee ook te willen suggereren dat de schoolgaande jeugd, voor wie de voorstelling in de eerste plaats bedoeld is, in de klas wel een woordje uitleg verwacht. School en theater vinden elkaar geregeld. Het passief bijwonen van een voorstelling is ontegensprekelijk een belangrijke stap in de opvoeding en in het leerproces. Een stap verder is dat ook in het onderwijs de draad van de dramatische expressie (het zelf spelen), zoals dat vroeger zo mooi werd gezegd, wordt opgenomen, en daar kan dan ook een scheutje filosofie wat pit aan geven. De meeste kinderen houden van filosofie, werd ergens geschreven. En nog sterker: ‘Vanaf vijf à zes jaar geraken kinderen geïnteresseerd in abstracte grotemensen-thema’s als dood, verdriet, geluk…’ (Eef Cornelissen in Knack Weekend,14.01.2015). Er is werk aan de winkel. Met Tocht als vertrekpunt kan alvast een boeiend parcours worden afgewandeld.

 

Info: www.debendevandeprins.com